De dag waarop alles mis ging...

Foto ongeluk Anne

Het is zover: onze website www.equestriansafetycentre.com is eindelijk online gegaan, de showroom is ingericht en de caps en stijgbeugels liggen klaar. Samen met Anne en natuurlijk een heleboel andere mensen die hun inbreng hebben gehad, hebben we de afgelopen maanden gewerkt aan onze missie: paardrijden veiliger maken.Toen we gisteren onze eerste post op social media plaatsten kwamen daar echt heel veel reacties op. Zoveel zelfs dat ik er gewoon een beetje ontroerd door raakte. Mensen die de moeite nemen om iets bemoedigends te schrijven of even te bellen om me te wijzen op dat typefoutje of het ontbrekende websiteadres in een post. Mensen die meteen een afspraak maakten om te komen passen en zelfs al een cap kochten voordat we überhaupt iets gepubliceerd hadden. Overweldigend vind ik het en bewijst voor mijn gevoel ook dat dit onderwerp leeft. 

Signalen gemist
Het thema veiligheid in de paardensport wordt vaak besproken nadat er net weer een ongeluk in onze omgeving is gebeurd of in de media onder de aandacht is gebracht, maar dit bewustzijn ebt vaak ook vrij snel weer weg. Daar ben ik zeker geen uitzondering op geweest. Ik wil mezelf dan ook zeker niet neerzetten als veiligheidspecialist. Wij zijn nog steeds dagelijks met paarden bezig en ook ik denk regelmatig: ‘dat deed ik even niet zo handig’. Maar ik probeer mezelf en mijn omgeving wel scherp te houden. Ik denk namelijk dat veel ongelukken gebeuren omdat we toch vaak signalen negeren. Signalen van onszelf, signalen van ons paard en signalen uit onze omgeving.

De dag of eigenlijk weken voor Anne’s ongeluk ging eigenlijk alles al fout: Anne’s 20 jarige paardje Atlanta moesten we laten inslapen nadat ze een soort epileptische aanvallen kreeg. We hadden haar al vanaf dat ze een veulentje was en het verdriet was nog dagelijks aanwezig natuurlijk. Verdriet  dat we wegstopten door steeds te herhalen dat ‘ze toch een goed leven had gehad, er geen andere keus was en ze voor een paard toch al een mooie leeftijd had bereikt’. Maar we waren gewoon verdrietig en daar was eigenlijk geen plaats voor. Daarnaast waren we allemaal net hersteld van Corona en niet scherp genoeg. Mijn man Bert-Jan had een onstopbare bloedneus die bewuste dag. Daar werd hij ‘s morgens mee wakker en alleen de aanblik van al dat gedruppel was voor mij voldoende om acuut flauw te vallen (ik word er nu weer licht van in mijn hoofd). Hij zat dus met de ene na de andere tampon in zijn neus met de huisarts te bellen, die op zijn beurt ook niets kon beteken omdat het coronatijd was. Ik lag plat op de vloer in de huiskamer en Anne zorgde voor de kinderen (haar neefjes) .

Toen ging het helemaal mis 
Die dag stonden er verschillende pony’s op onze planning maar Anne en ik besloten om alleen die ene pony toch maar ‘eventjes’ te doen. We wilden door… door met waar we mee bezig waren: pony’s africhten en verkopen.

Nadat ik weer op de been was en Anne op de betreffende pony had geholpen, die overigens altijd erg braaf was, wilde ik even binnen gaan kijken hoe het met Bert-Jan ging. Het zullen nog geen tien minuten geweest zijn dat ik weg geweest ben, maar in die tijd ging het dus helemaal mis. Anne viel en klapte met haar hoofd op de grond.

Godzijdank was er nog iemand aan het rijden die meteen alarm heeft geslagen. Ik belde 112 terwijl ik naar de rijhal rende. Ambulance en traumahelikopter werden opgeroepen en de minuten die verstreken leken uren. Ik hoef denk ik niemand te vertellen hoe bang je kan zijn als je denkt een geliefd iemand te verliezen. Levenloos lag Anne daar in het zand. Gelukkig was de hulpverlener aan de telefoon zo kundig dat hij mij wel duidelijke instructies kon geven over wat te doen. Vinger onder haar neus houden om te voelen of daar nog warme lucht uit kwam, kijken of de luchtweg vrij is. Anne haar kaken zaten alleen zo stijf op elkaar geklemd dat ik ze waarschijnlijk met een krik nog niet open had gekregen. Ik probeerde van alles maar haar kaken leken wel op slot te staan. Gelukkig voelde ik vervolgens wel haar ademhaling op mijn vinger. ‘Ze leeft dus nog’, dacht ik opgelucht. Toen de hulpverleners arriveerden namen ze alles over en konden we niks meer doen dan toekijken.

Anne leek wel wat bij te komen en keek glazig voor zich uit. Haar linkerbeen kon ze niet bewegen en ze bleef steeds dezelfde vragen stellen; ‘Waar is Roos’ (haar hondje) en ‘is alles goed met je jongens’? Voor het ambulancepersoneel waren dit denk ik geruststellende signalen want ze werd met de ambulance naar de spoedeisende hulp gebracht. Op de spoedeisende hulp leek Anne ook best weer wat bij te trekken. Ze had de verpleegsters verteld dat ze niet had ontbeten en daarom wat licht in haar hoofd was. Dat was natuurlijk helemaal niet waar, maar het klonk heel aannemelijk op dat moment. 

Geen goed nieuws
Pas na een minuut of tien in het ziekenhuis merkte ik dat het echt mis was. Anne bleef maar dezelfde vragen stellen, echt iedere minuut opnieuw. Ik zag ook dat haar linkeroog langzamer dicht leek te gaan dan het rechteroog. Over dat slappe linkerbeen had eigenlijk niemand het op dat moment. De behandeld arts kwam en stelde voor een thorax foto te maken, dat is een  foto van borstkas. Hij leek zich naar mijn idee geen grote zorgen te maken om haar hoofd. Dat was ook best te begrijpen want  Anne zag er best goed uit en ze kon prima een gesprek  met hem voeren. Uiteindelijk werd er na wat aandringen gelukkig ook een scan gemaakt van haar hoofd. Hieruit bleek dat ze verschillende bloedingen in haar hersenen had. Ik kon aan de arts zien dat hij ons niet teveel wilde laten schrikken, maar hij liet doorschemeren dat het herstel veel tijd zou gaan kosten.
Lessen
Anne werd opgenomen en mochten haar hersenen teveel gaan zwellen de uren daarna, dan zou ze geopereerd moeten worden. De uren na het ongeluk waren slopend en ik telde iedere minuut die verstreek. Gelukkig viel de zwelling mee en was een operatie niet nodig. Over het traject daarna kan ik ook nog een heel boek schrijven maar dat is weer een ander verhaal. De reden dat ik dit verhaal zo uitgebreid beschrijf is omdat ik er toch bepaalde lessen uit geleerd heb. Ik wil daarmee absoluut niet zeggen dat alle ongelukken te voorkomen zijn en zeker niet altijd ‘de schuld’ is van iets of iemand maar ik hoop dat iedereen die dit leest weer even extra bewust wordt van de volgende dingen:
  1. Om te beginnen is het soms gewoon geen goed moment om te gaan rijden en ‘eventjes rijden’ is bij ons al helemaal geen optie meer. Dan heb ik het met ‘eventjes’ niet over de duur van de rit, maar over de planning er van. Als je zelf niet scherp of fit bent, is het soms beter een dagje over te slaan.
  2. Wanneer iemand na een val op zijn of haar hoofd ook maar een beetje afwijkend gedrag vertoont, neem dit dan serieus. Kinderen die een hersenschudding oplopen, blijken bijvoorbeeld vaak juist niet te huilen maar worden opvallend rustig. Anne bleef uren lang dezelfde vragen stellen, maar wist wel adequaat te reageren op de artsen en verpleging. Het is in eerste instantie dus moeilijk in te schatten hoe ernstig het letsel is aan de hand van het gedrag van iemand.
  3. Aan een cap is niet altijd af te lezen hoe hard iemand gevallen is. De cap van Anne vertoonde nauwelijks een krasje aan de buitenkant.
  4. Ga voor goed en veilig materiaal. Anne droeg een cap van een bekend merk, maar dit bleek achteraf gezien misschien niet de beste keus. Deze caps hebben geen MIPS-Systeem en dit is nu net het systeem dat ontworpen is om dit soort hersenletsel te voorkomen. Gelukkig reden we altijd al met de veiligheidsbeugels van SafeStyle. Deze beugels zijn ontworpen door iemand die ooit zelf zijn dochter in de beugel vasthangend een parcours heeft zien afmaken. Dit liep wonder boven wonder goed af, maar sinds die gebeurtenis heeft hij al zijn tijd en energie gestoken in het ontwikkelen van de meest veilige stijgbeugel die er bestaat. Een verhaal dat helemaal aansluit bij onze visie: maak paardrijden veiliger voor iedereen. 
Terug naar blog

Reactie plaatsen

Let op: opmerkingen moeten worden goedgekeurd voordat ze worden gepubliceerd.